Als je investeert, heb je in beginsel recht op de investeringsaftrek voor kleinschalige investeringen. Er geldt wel een aantal voorwaarden, waaronder een minimum investeringsbedrag. Dit bedrag is voor 2023 bepaald op € 2.601. De KIA krijg je bovendien alleen voor investeringsgoederen waarop je moet afschrijven. Dit betekent dat het bedrijfsmiddel minstens € 450 moet kosten. Investeer je in 2023 in totaal dus minstens voor € 2.601 aan bedrijfsmiddelen die ieder minstens € 450 kosten, dan heb je recht op de KIA.
Tip! Zit je dit jaar met jouw investeringen net onder de minimumgrens van € 2.601, dan kan het lonen een voorgenomen investering iets te vervroegen, zodat je toch voor de KIA in aanmerking komt. Het kan zomaar 28% KIA opleveren over het totaal aan investeringsverplichtingen.
Rondom de investeringsaftrek zijn er een aantal zaken om rekening mee te houden: het moment van het aangaan van investeringsverplichtingen (opdrachtbevestiging, ondertekening offerte e.d.), in combinatie met de tabel van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek.
Het percentage aan aftrek is in 2023 het hoogst als het totaal aan verplichtingen ligt tussen € 2.600 en € 63.716 (namelijk: 28%). Tussen € 63.716 en € 117.991 is de KIA een vast bedrag: € 17.841. Het plannen en – voor zover mogelijk – het spreiden van investeringsverplichtingen loont vaak de moeite.
Om de investeringsaftrek ook daadwerkelijk in de aangifte 2023 mee te mogen nemen, moet het bedrijfsmiddel in gebruik genomen zijn in 2023 óf er moet voldoende aanbetaald zijn. Anders schuift de aftrek door naar latere jaren. Afhankelijk van de verwachte winsten kan het aantrekkelijk zijn nog in 2023 een aanbetaling te doen. Let daarbij wel op de risico’s, zoals de kans op faillissement van de leverancier.
Let op! Betaal in ieder geval 25% van een nog niet in gebruik genomen investering binnen twaalf maanden na het aangaan van de verplichting tot aankoop van het bedrijfsmiddel. Doe je dit niet, dan komt de hele investeringsaftrek te vervallen (tenzij sprake is van overmacht).
Let op! Soms mag je bedrijfsmiddelen willekeurig afschrijven, zoals sommige bedrijfsmiddelen die op de Milieulijst staan of investeringen die worden gedaan als starter. Heb je deze nog niet in gebruik genomen, dan kun je toch willekeurig afschrijven over maximaal het bedrag dat je in het jaar van investeren hebt betaald.
Heb je in de afgelopen vijf jaar (dus in de periode tussen 2019 en 2023) gebruikgemaakt van de investeringsaftrek en verkoop je het bedrijfsmiddel weer of ruil je het in, dan krijg je mogelijk te maken met de desinvesteringsbijtelling, waardoor je een gedeelte van de aftrek weer moet terugbetalen. Houd hier rekening mee en wacht – indien mogelijk – met de desinvestering tot in 2024.
Let op! Niet alle bedrijfsmiddelen komen in aanmerking voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Zo zijn bedrijfsmiddelen met een investeringsbedrag van minder dan € 450 uitgesloten, maar ook uitgesloten zijn bijvoorbeeld goodwill, grond, woonhuizen en personenauto’s die niet bestemd zijn voor beroepsvervoer. Ook uitgesloten zijn de investeringen die je voor 70% of meer verhuurt.